Home » Actueel » Senzer aan het woord over leven lang ontwikkelen
Actueel

Senzer aan het woord over leven lang ontwikkelen

Het interview met Marion van Limpt (algemeen directeur Senzer) en Rob Rijnen (manager Leerwerk Infrastructuur Senzer) is de vijfde in de reeks van directeuren aan het woord over leven lang ontwikkelen in de sector. In deze interviewreeks vertellen directies over hoe hun werknemers de SBCM Topperverkiezing 2022 ervaren, wat zij als organisatie doen om werknemers te stimuleren zich te ontwikkelen en welke uitdagingen zij hierbij tegenkomen.

Leren en ontwikkelen moet in het DNA zitten

Senzer is het sociaal ontwikkelbedrijf voor de arbeidsmarktregio Helmond-De Peel en is ontstaan uit de samensmelting van gemeenten, het werkgeversplein en het voormalige sw-bedrijf de Atlant Groep. Net als bij de directies van veel andere sociaal werkbedrijven zijn Van Limpt en Rijnen dagelijks bezig met de uitdaging hoe zij (re-integratie) werknemers kunnen stimuleren in hun ontwikkeling. Hun boodschap is dat leren en ontwikkelen in het DNA moeten zitten van de hele organisatie en de schotten moeten verdwijnen.

Sturen op ontwikkeling

Van Limpt ziet dat sociaal werkbedrijven zich ontwikkelbedrijven noemen, maar toch nog te veel handelen als productiebedrijven. “We moeten sturen op ontwikkeling van werknemers in plaats van (eenzijdig) meer opbrengsten uit de omzet,” zegt Van Limpt. “Ontwikkelen betekent investeren in werknemers en als mensen dan een volgende stap kunnen maken, bijvoorbeeld naar een reguliere werkgever, dan moet je dat niet tegenhouden omdat die persoon zo’n sterke kracht is voor jouw productie en team. Bij het ontwikkelen van werknemers komen de baten nu eenmaal regelmatig terug op een andere plek. Dat vraagt wat van een organisatie als je een leerwerk- of ontwikkelbedrijf wil zijn.”

Nu is hét moment om de omslag te maken

“Senzer heeft als visie dat ontwikkeling binnen alle lagen van de organisatie een plek moet krijgen, zodat het in ieders DNA gaat zitten. Alleen dan kan je mensen uit de doelgroep stimuleren zich verder te ontwikkelen. Als een werkleider dit niet of onvoldoende beseft, is het lastig om werknemers stappen te laten zetten. Dit vraagt veel ‘zendingswerk’ en dus een lange adem,” zegt Rob Rijnen. Van Limpt vult daarop aan dat het nu wel hét moment is om de omslag naar een ontwikkelbedrijf te maken. “Bedrijven staan te springen om personeel en kunnen nu meer dan ooit overtuigd worden dat investeren in begeleiden en ontwikkelen loont. Dat geldt zeker ook voor de (lokale) politiek die het belang van investeren in ontwikkeling van mensen in de Participatiewet moet delen en (financieel) mogelijk moet maken.”

Ontschotten en meer samenwerken

Van Limpt vervolgt: “Een inclusieve arbeidsmarkt is alleen mogelijk met een goede, lokale leerwerk infrastructuur waarvoor voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Vanuit de huidige opdracht en financiering van de gemeenten is dit hier geborgd. Senzer kan hierdoor als expertisecentrum en facilitator samen met werkgevers, ROC’s en andere partijen in de regio een passende leerwerk-infrastructuur neerzetten. Werkgevers weten Senzer ook te vinden als mensen (direct) bij hen in dienst komen voor het stuk extra begeleiding en ontwikkeling. Reguliere werkgevers die al langer inclusief werken met de nodige begeleiding, plukken daar nu de vruchten van,” aldus Van Limpt. “Ook de samenwerking met VSO- en Praktijkscholen is belangrijk om kwetsbare jongeren niet tussen wal en schip te laten vallen en het risico te beperken dat zij op andere levensgebieden in problemen komen. Een doorgaande leerlijn kan dit voorkomen. Meer samenwerking tussen de verschillende domeinen (onderwijs, zorg, werk) en ontschotting van financiële middelen kan de maatschappij veel kosten besparen en het welzijn van mensen bevorderen,” meent Van Limpt.

Werknemer als ambassadeur van LLO

Senzer is momenteel bezig met het verder verbeteren en vormgeven van de nieuwe leer werkstructuur om te zorgen dat leven lang ontwikkelen in het DNA gaat zitten van alle werknemers. Hiervoor lopen diverse initiatieven. Komend jaar wil Senzer meer ambassadeurs in de vorm van taalmaatjes en digimaatjes inzetten. Ook de werknemers die dit jaar hebben deelgenomen aan het festival Sterk aan het Werk kunnen een ambassadeursrol vervullen. Door hun positieve ervaringen met het festival kunnen zij anderen inspireren. Daarnaast neemt Senzer samen met Werksaam West-Friesland deel aan een (onderzoeks)pilot van TNO en SBCM waarin gekeken wordt hoe je een skills based ontwikkelroute kan vormgeven en welke rol (mobiele) technologie hierin kan spelen. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden van iemand en wat hierop aangeboden kan worden. Ook iemand op een beschutte werkplek kan zich blijven ontwikkelen.

Topperverkiezing

Eerder sprak SBCM met werknemer Jeremy Driessen over zijn leerervaringen en hoe hij het vond om dit jaar genomineerd te zijn voor de SBCM Topperverkiezing 2022.Driessen vertelt: “Toen leerambassadeur Dirk van Dam op bezoek kwam bij het werkoverleg en aangaf dat hij moeite had met taal, was mijn reactie dat ik ook wilde gaan oefenen. Zijn verhaal motiveerde mij om met hem aan de slag te gaan. Vroeger werd hier niet veel mee gedaan en werd er al snel een stempel op je gedrukt. Ik heb daarna wekelijks oefeningen met Dirk gedaan op de computer. Ik begon leren weer leuk te vinden! Uiteindelijk ben ik aangemeld en begonnen bij het Taalhuis. Ik ben trots op mijzelf!”

“Als verrassing mocht ik op 11 oktober met een aantal collega’s naar het festival Sterk aan het Werk. Hier heb ik twee workshops gevolgd die mij interesseren. We kregen ook een korte theatervoorstelling over pestgedrag. Dit was mooi gedaan en een aantal situaties herkende ik. Het was erg gezellig om met elkaar op pad te gaan. Een leuke ervaring! Tot slot kreeg ik als afsluiting van Jörgen Raymann een attentie omdat ik door Dirk was genomineerd als Topper. Dit vond ik keigaaf en ik voelde me gewaardeerd. Het leek alsof ik een winnaar was.”

Direct naar de informatie

Delen op socials